Overslaan en naar de inhoud gaan
search

Urethraplastiek: herstellen van de plasbuis

Gepubliceerd op: 09 december 2021

Urethraplastiek is een verzamelnaam voor verschillende operaties waarbij de plasbuisvernauwing wordt verholpen. In tegenstelling tot de  methoden waarbij de vernauwing vanuit de plasbuis wordt benaderd (oprekken door Dilatatie of insnijden van de vernauwing), opent de uroloog bij deze operatie de huid en maakt de plasbuis geheel vrij.

Anastomotische urethraplastiek (uitsnijden strictuur)

Een mogelijke techniek is het wegsnijden van de vernauwing in het het bulbaire deel van de plasbuis en de twee uiteinden weer netjes aan elkaar te zetten. Dit kan omdat de urethra enigszins elastisch is en een S-bocht maakt, die na de operatie wat vlakker wordt. Het resultaat is het beste als de vernauwing kort is en littekenweefsel volledig verwijderd kan worden. De te verwijderen strictuur is dan niet langer dan 4 à 5 centimeter. De gehele strictuur moet worden verwijderd want als er littekenweefsel blijft zitten, vormt zich zonder pardon een nieuwe vernauwing.

Het verwijderen van een langere strictuur zou een te korte urethra opleveren waarvan de uiteinden niet meer aan elkaar gezet kunnen worden.

De bedoeling is dat het litteken dat gepaard gaat met de genezing van deze wond geen nieuwe plasbuisvernauwing veroorzaakt.
Het succespercentage van deze anastomose is ongeveer 90%.

De uroloog moet voor deze operatie een snee maken tussen de anus en de balzak. De huid heeft hier zichtbaar een lijntje lopen. Na het openen van de huid en het onderliggende vet, bereikt de uroloog de spier die de urethra bedekt. Deze spier is verantwoordelijk voor het naar buiten persen van sperma tijdens het klaarkomen (ejaculatie). Deze spier wordt ingesneden en opengeklapt en later weer netjes over de plasbuis aangebracht en gesloten.

Om de plasbuis ligt ook het corpus spongiosum, een buisvormig zwellichaam. Dit sponsachtig weefsel wordt ook geopend om bij de plasbuis te kunnen. Om de exacte plaats van de vernauwing te bepalen voert de uroloog een katheter op tot deze vastloopt tegen de strictuur. De punt van de katheter is voelbaar voor de uroloog en geeft aan waar de urethra doorgesneden moet worden. Vanaf dat punt verwijderd de uroloog de gehele vernauwing. De beide uiteinden van de plasbuis worden ontdaan van alle littekenweefsel zodat mooi soepel en elastisch weefsel overblijft. De openingen worden wat ruimer gemaakt en vervolgens weer aan elkaar gezet. Er is een katheter in de plasbuis welke door de anastomose (nieuwe aansluiting) loopt, zodat dit goed kan genezen. De katheter wordt na twee weken verwijderd, de naad is dan waterdicht.

Reconstructieve techniek bij lange vernauwing of vernauwing uiteinde plasbuis

Als de vernauwing te lang is of aan het uiteinde van de plasbuis zit, is wegsnijden van een stuk plasbuis onmogelijk. Het aan elkaar zetten van de uiteinden lukt dan niet of levert een verkorting van de penis op. Dit kan onder meer leiden tot kromstand bij erectie. 
Er wordt dan voor gekozen om de plasbuis over de lengte te openen. De vernauwing bestaat uit littekenweefsel maar dit verwijderd de uroloog niet. Na het openklappen van het vernauwde gedeelte van de plasbuis is het nodig om extra weefsel aan te brengen om de plasbuis ruimer te maken en zo de vernauwing op te heffen. Het nieuwe weefsel wordt ook wel een 'graft' genoemd.
Het slijmvlies dat hiervoor wordt gebruikt is afkomstig uit de mondholte. De urologen in Doetinchem gebruiken hiervoor een stukje slijmvlies dat onder de tong zit. Dit kan gemakkelijk worden verwijderd zonder dat de functie van de tong wordt aangetast. Bovendien geneest de wond in de mond zeer snel.

Dit stukje slijmvlies zet de uroloog in de plasbuis. De buitenzijde van het tong-slijmvlies is bestand tegen allerlei invloeden van buitenaf zoals zuren en chemische structuren. Dit komt aan de binnenzijde van de urethra omdat het in contact komt met passerende urine. De buitenzijde groeit door nieuwe bloedvaatjes vast in het omliggende weefsel en houdt zo de plasbuis open. De uroloog legt een katheter door de plasbuis tot in de blaas.
Meestal kan de patiënt de dag na de operatie al naar huis. De katheter blijft nog twee tot drie weken in de plasbuis. Zolang de katheter nog is ingebracht adviseren we de patiënt antibiotica te gebruiken.
Na ongeveer twee tot drie weken is de wond geheeld. De patiënt komt dan naar de polikliniek Urologie waar we opnieuw een röntgenonderzoek doen. Hij krijgt contrastvloeistof in de plasbuis gespoten en er wordt een röntgenfoto gemaakt van de plasbuis. Als er geen lekkage is wordt de katheter verwijderd en kunt u weer zelf plassen.
De eerstvolgende contole op de polikliniek is na drie maanden. Na een jaar wordt nog eens een cystoscopie gemaakt waarbij de urethraplastiek kan worden bekeken. Als na deze laatste controle nog plasproblemen ontstaan is het verstandig contact op te nemen met de uroloog.

Opnieuw problemen

Helaas is ook bij deze 'open' urehtra-reconstructies geen honderd procent succes verzekerd. Soms ontstaat een nieuwe strictuur. Dit kan een flinterdun vliesje zijn dat zich vormt op de hoekjes het ingebrachte slijmvlies. Een keer oprekken of insnijden is voldoende om dit probleem op te lossen.
Er kan ook sprake zijn van vernieuwd littekenweefsel. Afhankelijk van de ernst en de hardnekkigheid, is dan een nieuwe open operatie nodig. Hierna krijgt 80 tot 90% van deze patiënten geen problemen meer.

 

Laatst bijgewerkt op: 09 december 2021

Verpleegkundig Kenniscentrum

Verpleegkundig Kenniscentrum

Uroloog Ilse van Dungen
Nierstenen onder de loep