PSA-waarde (ProstaatSpecifiek Antigeen)
Gepubliceerd op: 07 december 2021PSA is een specifiek eiwit (enzym) dat wordt gemaakt in de klieren van de prostaat. Het is een 'glycoproteïne' en het is in 1970 ontdekt. PSA is ook bekent onder de naam humaan kallikreïne 3 (HK3).
De functie van PSA is om te zorgen dat het sperma vloeibaar is zodat de zaadcellen zich makkelijk kunnen bewegen. Het hoogste gehalte PSA komt voor in de zaadblaasjes en het is in grote hoeveelheden aanwezig in sperma. In de prostaat zelf is het PSA-gehalte veel lager. Vanuit het prostaat lekt er (via lekkanaaltjes in de prostaat) ook PSA naar het bloed. Daarom kan de PSA-waarde dus ook door een bloedonderzoek worden gemeten.
PSA-waarde bij prostaatkanker
Normaal gesproken zit er maar weinig PSA in uw bloed. Als er meer PSA in uw bloed zit dan normaal is, dan kan dat een teken zijn van prostaatkanker, maar het komt ook voor bij een goedaardige prostaatvergroting, een urineweginfectie of een prostaatontsteking. Daarom is er altijd aanvullend onderzoek nodig na een verhoogde PSA-waarde.
Kankercellen in de prostaat produceren ook PSA. Meestal bevinden de kankercellen zich op plaatsen in de prostaat waar ze makkelijk kunnen lekken via de lekkanaaltjes. Naarmate de prostaatkanker agressiever wordt lekt er relatief minder PSA naar de bloedbaan. Een hoge PSA-waarde bij de eerste diagnose betekent dus niet dat het om een heel agressieve vorm van kanker gaat, eerder omgekeerd, vooropgesteld dat de prostaatkanker zich nog geheel binnen de prostaat bevindt.
Normaal-waarde
De normale hoeveelheid PSA die wordt gevonden in het bloed is afhankelijk van verschillende factoren. Hierbij zijn de leeftijd, de grote van de prostaat en de aanwezigheid van prostaatkanker van belang. Bij het ouder worden neemt het lekken van PSA naar de bloedbaan in het algemeen toe.
Een echte normale waarde voor PSA bestaat niet. De PSA wordt gebruikt om aannemelijk te maken of er in de prostaat ook prostaatkanker aanwezig is. Naarmate het PSA lager is, is de kans op het bestaan van prostaatkanker ook lager. De tabel hiernaast toont dit aan.
Een grotere lekkage of hogere productie van PSA in de prostaat komt tot uiting als een hogere PSA-waarde. De PSA-waarde is dan ook niet specifiek voor prostaatkanker. Hoewel PSA geen zekerheid geeft over de aanwezigeid van prostaatkanker, is het toch goed bruikbaar als 'tumormaker'. Het kan gerelateerd worden aan het voorkomen van een tumor.
Redenen voor PSA-onderzoek
- Op verzoek van de patiënt (nadat deze uitgebreid is voorgelicht).
- Plasklachten LUTS (lower urinary tract symptoms).
- Afwijkingen bij onderzoeken van de prostaat.
- Botpijn, voornamelijk in de rug.
- Niet te verklaren verslechtering van de gezondheid, verminderde eetlust, gewichtafname en bleekheid.
- Spontane trombo-embolie in het been (afsluiting bloedvat door bloedstolsel)
- Om de ontwikkeling van prostaatkanker te volgen.
PSA verdubbelingstijd
De PSA verdubbelingstijd is de tijd die nodig is om een verdubbeling van de PSAwaarde in het bloed te veroorzaken. Deze waarde wordt gebruikt om aan te geven hoe snel de prostaatkanker groeit.
Prostaatkanker is een verzameling cellen. Cellen groeien door celdeling, de tijd die daar voor nodig is noemen we een 'delingscyclus'. Bij snelgroeiende cellen is de delingscyclus kort. Als een tumor heel langzaam groeit, is de delingscyclus lang.
De PSA verdubbelingstijd wordt gebruikt om de groeisnelheid van de cellen in beeld te brengen.
Sneldelende prostaatkanker vragen om een agressieve therapie. Bij langzaam groeiende prostaatkankers wordt vaak afgewacht.
PCA3-test
De PCA3 test is een test die een bepaald genetisch materiaal (RNA - het prostaatkanker antigeen 3) kan aantonen in de urine. Het gen, de PCA3, komt gemiddeld 60 tot 100 keer meer voor bij patiënten met prostaatkanker.
De test wordt uitgevoerd door urine te onderzoeken nadat de prostaat via de anus is gemasseerd. Hierdoor gaan kankercellen vanuit de prostaat naar de plasbuis. Direct hierna wordt de urine opgevangen en die wordt onderzocht in een laboratorium.
De test is nog relatief nieuw. Er wordt gezegd dat deze test op dit moment een resultaat haalt van rond de 70%. Dat wil zeggen dat van de 100 mannen die een positief PCA3 hebben er 30 uiteindelijk geen prostaatkanker hebben.Dat betekent dat de test nauwkeuriger is dan de bepaling van de PSA-waarde. Er moet echter nog meer ervaring worden opgedaan met deze test. De test is dan ook nog niet in alle klinieken beschikbaar.
Screening op prostaatkanker in bevolkingsonderzoek
Voor verschillende soorten kanker wordt er momenteel een bevolkingsonderzoek (screening) gedaan. Voor deze kankersoorten heeft wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat de screening zorgt dat de mensen bij wie de kanker wordt ontdekt betere overlevingskansen, behandeling en kwaliteit van leven zullen hebben. Voor prostaatkanker is dit nog niet wetenschappelijk onderbouwd.
In Amerika wordt het screenen op prostaatkanker geadviseerd bij mannen ouder dan 50 jaar. Er is echter ook daar geen gestructureerd bevolkingsonderzoek.
Bij mannen die tot een risicogroep behoren (voorkomen van prostaatkanker in de familie, plasklachten, bloed in sperma) wordt geadviseerd om een PSA-test te laten doen.
De vraag om op 50 jarige leeftijd een screening voor prostaatkanker te doen is niet zonder gevaar. Hoewel het onderzoek naar PSA simpel is, kan hiermee de prostaatkanker niet worden vastgesteld. Indien het PSA verhoogd is, zal het nemen van een biopt (weefsel) van de prostaat moeten volgen. Dit onderzoek heeft ongeveer 1% risico op ernstige infecties. Daarnaast is regelmatig sprake van bloeding en mildere infectie. Deze bijwerkingen moeten echter op de koop worden toegenomen indien er een daadwerkelijke reden is om actief te zoeken naar het bestaan van prostaatkanker.
Voordat echter, zonder duidelijke reden, wordt gekozen voor het doen van onderzoek naar het bestaan van prostaatkanker is het nodig enig begrip te hebben voor een ander risico. Op dit moment is de wetenschap nog niet in staat, om bij het vinden van prostaatkanker, het onderscheid te maken tussen een gevaarlijke prostaatkankersoort, die zonder behandeling zou leiden tot overlijden van de patiënt, en een ongevaarlijke prostaatkankersoort. De ongevaarlijke soort zou zonder behandeling onopgemerkt in het lichaam van de man aanwezig blijven tot deze op hoge leeftijd (aan een andere aandoening) overlijdt.
Indien prostaatkankerscreening leidt tot het nemen van weefselbiopten kan de prostaatkanker worden gevonden. Dit kan een onschuldige variant zijn. Omdat dit niet wordt herkend kan de arts voorstellen om een behandeling te starten. Deze behandeling is soms dus onnodig en kan leiden tot vervelende bijwerkingen. Dat is het gevaar van screening voor prostaatkanker.
Er zijn verschillende, grote wetenschappelijke onderzoeken bezig om deze moeilijke vraag op te lossen. De grootste hiervan is de ERSPC-studie die wordt georganiseerd vanuit Rotterdam. Deze studie probeert een antwoord te geven op de zin of onzin van screening voor prostaatkanker. Definitieve uitkomsten van deze studie worden in de nabije toekomst verwacht.
Laatst bijgewerkt op: 07 december 2021