Overslaan en naar de inhoud gaan
search

Blaaskanker

Gepubliceerd op: 03 december 2021

Als er tumoren in de blaas worden gevonden dan kunnen deze goedaardig of kwaadaardig zijn. De goedaardige tumoren zijn poliepen (papillomen). Maar blaaspoliepen kunnen ook kwaadaardig zijn. Indien er sprake is van blaaskanker dan zijn er kwaadaardige tumoren gevonden. Bij 95% van de tumoren in de blaas is sprake van kwaadaardige gezwellen. Slechts 5% is goedaardig.
In Nederland krijgen jaarlijks zo'n 6800 mensen de diagnose blaaskanker (cijfers 2018). Deze vorm van kanker komt vooral voor bij oudere mensen (60+) en vaker bij mannen dan bij vrouwen.

Vormen van blaaskanker

Blaaskanker kan op verschillende manieren ontstaan.

  • Urotheelcarcinoom
    Bij 9 van de 10 patiënten ontstaat de kanker in het slijmvlies aan de binnenkant van de wand van blaas.
  • Plaveiselcelcarcinoom
    Bij een kleine groep patiënten (zo'n 8% van alle blaaskankerpatiënten) ontstaat de tumor door chronische irritatie van de blaas. Dit kan worden veroorzaakt door bestraling, maar ook door aanhoudende infecties.
  • Adenocarcinoom
    Deze vorm van blaaskanker komt erg weinig voor. Soms is dan sprake van Urachuskanker. Meer informatie hierover vindt u op de website kanker.nl.

Urotheelcarcinoom

De informatie op deze website gaat verder over de meest voorkomende vorm van blaaskanker, urotheelcarcinoom. 
Het gezwel in het slijmvliesweeefsel (urotheel) van de blaas kan op twee manieren groeien:

  • Niet-spier-invasief: de tumor zit alleen in het blaasslijmvlies en groeit oppervlakkig. 70% van de patiënten heeft deze vorm van kanker.
  • Spier-invasief: de tumor zit in het blaasslijmvlies en in de blaasspier. Deze tumor kan ook in andere weefsels groeien. Dit is de situatie voor 30% van de patiënten.

Wanneer een oppervlakkig groeiende tumor niet op tijd wordt behandeld, groeit hij vanuit het slijmvlies door in de blaasspier. Dan ontstaat een spier-invasieve tumor.

Oorzaken blaaskanker

Er zijn een aantal oorzaken bekend die de kans op blaaskanker vergroten:

  • roken;
  • het werken met chemische stoffen (zoals beta-naftylamine, benzidine, aniline).
  • nierstenen of blaasstenen die de blaaswand irriteren en uiteindelijk tot blaaskanker leiden. Dit is vrij zeldzaam.
  • erfelijkheid van het type kanker.

Klachten en symptomen

Blaaskanker geeft aanvankelijk weinig klachten. Meestal is het eerste symptoom bloed in de urine, zonder dat er ook sprake is van pijn bij het plassen.
Soms heeft iemand klachten die ook bij een blaasontsteking ontstaan zoals:

  • pijn bij het plassen en/of
  • vaak moeten plassen

Diagnose stellen

Als u klachten heeft gaat u dan naar uw huisarts. Deze zal uw bloed en urine laten onderzoeken. Als het nodig is krijgt u een verwijzing naar een uroloog.
Naast urine-onderzoek en bloedonderzoek zal een cystoscopie plaatsvinden. Dit is een kijkonderzoek van de plasbuis en de blaas. De uroloog bekijkt de binnenkant van de plasbuis en de blaas met een scope (camera met lampje) via de plasbuis.

Uit de cystscopie wordt duidelijk of er sprake is van poliepen en/of een blaastumor.

Als er enige verdenking bestaat dat de tumor diep in de blaaswand zit of is uitgezaaid buiten de blaas, kunt u één of meer van de volgende onderzoeken krijgen:

Behandelingen bij blaaskanker

Afhankelijk van de vorm van blaaskanker, het stadium van de tumor en de gezondheid en de persoonlijke situatie van de patiënt zal de uroloog samen met de patiënt een behandelplan maken. Als de tumor spier-invasief is dan zijn andere behandelingen nodig dan wanneer deze oppervlakkig is.

TUR-operatie: Transurethrale resectie van een blaastumor

Als de tumor niet in de blaasspier gegroeid is (oppervlakkige tumor), dan kan deze tijdens een TURB-operatie direct worden weggehaald via de plasbuis.
Bij deze operatie wordt de blaastumor verwijderd met behulp van een cystoscoop. De uroloog brengt een cystoscoop in de plasbuis om de blaas te bekijken. Daarna schuift hij door de cystoscoop een speciaal elektrisch lusje, waarmee de blaastumor wordt verwijderd.

Folder: Verwijderen van een blaastumor via de plasbuis

Na de behandeling van een niet-spier-invasieve vorm van blaaskanker kan de tumor terugkomen. Daarom blijft de patiënt onder controle en vindt een aanvullende behandeling plaats met o.a. blaasspoelingen.

Cystectomie

Cystectomie is een operatie waarbij de blaas wordt verwijderd en een urinestoma of een kunstmatige blaas (neo-blaas) wordt aangelegd. Deze behandeling is alleen mogelijk als er geen uitzaaiingen zijn en wordt niet in het Slingeland Ziekenhuis gedaan, u krijgt een verwijzing voor blaasverwijdering in Rijnstate in Arnhem.

Bestraling

Bestraling bij blaaskanker kan op twee manieren plaatsvinden (of een combinatie):

  • Uitwendig
    Er wordt van buitenaf en door de huid heen bestraald. Deze bestraling kan zowel genezend als klachtenverminderend zijn. Voor deze behandeling is geen opname in het ziekenhuis nodig. Bestraling vindt plaats bij de Radiotherapiegroep
  • Inwendig
    Bij brachytherapie wordt er radioactief materiaal in of bij de tumor geplaatst en zo vindt bestraling van binnenuit plaats. Deze bestraling is genezend. Voor deze behandeling is vaak opname in het ziekenhuis nodig. Deze behandeling vindt plaats in Rijnstate te Arnhem of bij de Radiotheapiegroep

 

Blaasspoelingen 

Blaasspoelingen verkleinen de kans op het terugkomen van deze gezwellen in de blaas. Voor een blaasspoeling wordt een blaaskatheter ingebracht zodat eerst alle urine uit de blaas loopt. Daarna wordt de blaas gevuld (gespoeld) met een vloeistof waarin de medicijnen zitten. De katheter wordt verwijderd en de spoelvloeistof blijft enige tijd in de blaas. Daarna mag de vloeistof worden uitgeplast.

Er zijn twee soorten blaasspoelingen bij blaaskanker: chemospoelingen en spoelingen die het afweersysteem van het lichaam stimuleren. Door beide spoelingen wordt de kans kleiner dat de blaaskanker terugkomt. De uroloog beslist welk medicijn geschikt is voor u.
Deze blaasspoelingen gebeuren altijd in het ziekenhuis. Het zijn spoelingen van een andere aard dan de spoelingen bij terugkerende urineweginfecties of het blaaspijnsyndroom IC.

Het aantal blaasspoelingen dat nodig is, is afhankelijk van het risico op terugkeer van de tumor en verschilt van patiënt tot patiënt.

Zie folder: Blaasspoeling na een operatie.

Chemotherapie

Chemotherapie is de behandeling van kanker met medicijnen, zogeheten cytostatica, die de celdeling remmen. Ze worden daarom ook wel celdeling-remmende medicijnen genoemd. Er zijn verschillende soorten cytostatica, elk met een eigen werking.

De medicijnen kunnen op verschillende manieren worden toegediend, bijvoorbeeld per infuus, als tablet of per injectie. Via het bloed verspreiden zij zich door uw lichaam, zo kunnen zij op vrijwel alle plaatsen in uw lichaam kankercellen bereiken. Vaak worden combinaties van verschillende medicijnen gegeven.

Chemotherapie wordt bij blaaskanker toegepast als voorafgaande aan de cystectomie (blaasverwijdering) of als palliatieve behandeling. Palliatief wil zeggen wanneer de ziekte niet meer te genezen is. De behandeling is dan gericht op het remmen van de ziekte en/of verlichting van de klachten. Bij een deel van de patiënten worden de uitzaaiingen door chemotherapie kleiner.

Chemoradiatie

Een andere alternatief voor de blaasverwijdering is chemoradiatie. Dit is een genezende behandeling die bestaat uit chemotherapie en uitwendige bestralingen. Niet alle patiënten met blaaskanker komen hiervoor in aanmerking. 

Meer informatie

Folders van het Slingeland Ziekenhuis

Patiëntenverenigingen

 

Laatst bijgewerkt op: 07 oktober 2022

Verpleegkundig Kenniscentrum

Verpleegkundig Kenniscentrum

Uroloog Ilse van Dungen
Nierstenen onder de loep