Veel voorkomende medische termen bij onderzoek van urine
Gepubliceerd op: 14 december 2021-Deze tekst is bestemd voor zorgverleners-
Bacteriurie: bacteriën in de urine
CAD: catheter á demeure, verblijfscatheter
Cystitis: blaasontsteking
Dysurie: moeilijk kunnen plassen
Enuresis: onwillekeurige urinelozing
Enuresis nocturna: bedplassen
Erythrocyturie: leukocyten rode bloedcellen in e urine
Gravida: zwanger
Haematurie: bloed in de urine
Leucocyturie: leucocyten, witte bloedcellen in de urine
Macroscopisch bloed: bloed in de urine, met het blote oog zichtbaar
Microscopisch bloed: bloed in de urine, alleen met de microscoop zichtbaar
Mictie: urinelozing
Pathologie: ziektebeeld
Pollakisurie: toename van het aantal urine-lozingen per dag zonder dat de dagelijkse geproduceerde hoeveelheid urine toeneemt
Polyurie; vaker en meer moeten plassen
Prostatitis: ontsteking van de prostaatklier
Pyelonefritis: nierbekkenontsteking
Recidief, recidiverend: terugkeer, terugkerend
Renaal: betreffende de nieren
Strangurie: langzame en pijnlijke urinelozing
Stress incontinentie (ook wel inspanningsincontinentie): het niet kunnen ophouden van de urine tijdens lichamelijke activiteiten waarbij de druk in de buik toeneemt , bijvoorbeeld bij hardlopen, springen, hoesten, niezen en lachen.
Ureter: urineleider (van nieren naar blaas)
Urethra: plasbuis (van blaas naar buiten)
Urethritis: ontsteking van de plasbuis
Urge: aandrang
Urge incontinentie: sterke aandrang tot plassen met urineverlies
Urolithisasis: vorming van of aanwezigheid van nier- of urinestenen in de afvoerwegen van de urine (nier, urineleider of blaas)
UWI: urineweginfectie
Laatst bijgewerkt op: 14 december 2021